Deelwaarneming - Add-on geneesmiddelen en/of stollingsfactoren gedeclareerd, uitgezonderd dummy indicatie-code 99999998 (N0319-HR2022): verschil tussen versies

Uit normenkaderzorg.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Rvilsteren (overleg | bijdragen)
 
Regel 96: Regel 96:
===== Wijzigingen ten opzichte van voorgaand jaar =====
===== Wijzigingen ten opzichte van voorgaand jaar =====


Er zijn geen wijzigingen aan deze norm ten opzichte van vorig Handreiking jaar.
Bijlage 14 van HR2022 is verwerkt.


===== Interpretaties =====
===== Interpretaties =====

Huidige versie van 20 mrt 2023 om 15:18

Referentienummer: N0319-HR2022
Link naar Handreiking MSZ

Handreiking Rechtmatigheidscontroles 2022 MSZ - Controlepunt 8

Behoort tot Normenkader ValueCare

Ziekenhuizen Handreiking

  1. Ziekenhuizen Handreiking 2022 - Het onterecht registreren en declareren van add-ons voor dure en weesgeneesmiddelen en stollingsfactoren
Samenvatting

Het is niet toegestaan add-on geneesmiddelen en/of stollingsfactoren te registeren en declareren, op het moment dat er niet wordt voldaan aan de indicatievereiste opgenomen in de G-standaard.

Voor on-label indicaties geldt de verplichting om de indicatie op de factuur te vermelden vanaf het moment dat de betreffende indicatie is opgenomen in de G-standaard. Indien een off-label indicatie nog niet is opgenomen in de G-standaard, dan dient dat gegeven te worden vermeld op de factuur.

Regelgeving / beleid
2022
Add-ongeneesmiddelen en ozp-stollingsfactoren

1. Add-ongeneesmiddelen en ozp-stollingsfactoren zijn geneesmiddelen (geregistreerde geneesmiddelen of apotheekbereidingen) die als overige zorgproducten in rekening worden gebracht. De prestatiebeschrijving van deze overige zorgproducten wordt gevormd door de artikelomschrijving van het geneesmiddel zoals opgenomen in de G-standaard.

2. Voor de vaststelling van een geneesmiddel als 'add-ongeneesmiddel' of 'ozp-stollingsfactor' hanteert de NZa de volgende limitatieve criteria:

Bij een geregistreerd geneesmiddel:

  • De kosten van het geregistreerde geneesmiddel, die betrekking hebben op een prestatie voor geneeskundige zorg zoals medisch specialisten die plegen, bedragen gemiddeld meer dan €1.000 per patiënt per jaar, en
  • Voor het geneesmiddel is een handelsvergunning afgegeven door de Nederlandse (CBG) of Europese (EMA) registratieautoriteit. De NZa dient te beschikken over de openbare publicatie van de SmPC tekst van het geneesmiddel, en
  • Het geneesmiddel is opgenomen in de G-standaard van Z-index.

Of

  • Bij een apotheekbereiding:
  • Het betreft een apotheekbereiding waarbij de apotheek op basis van grondstoffen een geneesmiddel bereidt; en
  • De kosten voor de apotheekbereiding die betrekking hebben op een prestatie voor geneeskundige zorg zoals medisch specialisten die plegen, gemiddeld meer dan €1.000 per patiënt per jaar bedragen of waarvan voor een geregistreerd equivalent een add-ongeneesmiddel of ozp-stollingsfactor geldig is. Onder 'kosten' wordt hier verstaan: de kosten die onderdeel zijn van de kostprijs zoals beschreven in artikel 15 lid 2 van deze beleidsregel, en
  • De apotheekbereiding is opgenomen in de G-standaard van Z-index.

3. Een geneesmiddel verliest van rechtswege de status van add-on of ozp-stollingsfactor vanaf de datum dat de handelsvergunning bedoeld in het tweede lid is ingetrokken. Vanaf die datum vervalt eveneens van rechtswege de door de NZa afgegeven prestatie- en tariefbeschikking waarmee het geneesmiddel de status van add-on of ozp-stollingsfactor verkreeg.

4. Een geneesmiddel verliest van rechtswege de status van add-on of ozp-stollingsfactor vanaf de datum waarop het geneesmiddel niet meer in de G-standaard is opgenomen. Vanaf die datum vervalt eveneens van rechtswege de door de NZa afgegeven prestatie- en tariefbeschikking waarmee het geneesmiddel de status van add-on of ozp-stollingsfactor verkreeg.

2022: BR/REG-22114a art. 10


Declaratiebepalingen voor overige zorgproducten uit de categorie supplementaire producten
Alleen centra voor hemofiliebehandeling en aanverwante hemostaseziekten, die door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op grond van artikel 8 van de Wet op de bijzondere medische verrichtingen (Wbmv) als zodanig zijn aangewezen, mogen ozp-stollingsfactoren voor hemofilie en aanverwante hemostaseziekten in rekening brengen. Bij de declaratie van ozp-stollingsfactoren voor overige indicaties geldt deze beperking van aangewezen centra niet. In afwijking van de inwerkingtredingsdatum van deze regeling, treedt de inhoud van lid 9 van dit artikel met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2017.

Als een patiënt een geneesmiddel gebruikt waarvoor een add-on, respectievelijk een ozp-stollingsfactor is vastgesteld dan declareert de zorgverlener het geneesmiddel als add-on, respectievelijk ozp/stollingsfactor. In dat geval wordt een dergelijk geneesmiddel dus niet meer als onderdeel van een dbc-zorgproduct in rekening gebracht. Geneesmiddelen die worden ingezet in het kader van MKA-chirurgische verrichtingen (230000 t/m 239962) maken wel onderdeel uit van deze verrichtingen en worden niet door middel van een add-ongeneesmiddel, respectievelijk ozp-stollingsfactor gedeclareerd. Het ten laste van de medisch-specialistische zorg declareren van buiten de medisch-specialistische zorg bekostigde geneesmiddelen is niet toegestaan.

2022: NR/REG-2207a art. 34a lid 9 en 10


Als een zorgverlener een geneesmiddel toepast dat niet als add-ongeneesmiddel of ozp-stollingsfactor is opgenomen in de G-standaard, dan declareert de zorgverlener het geneesmiddel als onderdeel van een dbc-zorgproduct.

2022: NR/REG-2207a Toelichting art. 34a lid 10

2021
Add-ongeneesmiddelen en ozp-stollingsfactoren

Add-ongeneesmiddelen en ozp-stollingsfactoren zijn geneesmiddelen (geregistreerde geneesmiddelen of apotheekbereidingen) die als overige zorgproducten in rekening worden gebracht. De prestatiebeschrijving van deze overige zorgproducten wordt gevormd door de artikelomschrijving van het geneesmiddel zoals opgenomen in de G-standaard.
Voor de vaststelling van een geneesmiddel als ‘add-ongeneesmiddel’ of ‘ozp-stollingsfactor’ hanteert de NZa de volgende limitatieve criteria:
Bij een geregistreerd geneesmiddel:

  • De kosten van het geregistreerde geneesmiddel, die betrekking hebben op een prestatie voor geneeskundige zorg zoals medisch specialisten die plegen, bedragen gemiddeld meer dan €1.000 per patiënt per jaar, en
  • Voor het geneesmiddel is een handelsvergunning afgegeven door de Nederlandse (CBG) of Europese (EMA) registratieautoriteit. De NZa dient te beschikken over de openbare publicatie van de SmPC tekst van het geneesmiddel, en
  • Het geneesmiddel is opgenomen in de G-standaard van Z-index.

Of
Bij een apotheekbereiding:

  • Het betreft een apotheekbereiding waarbij de apotheek op basis van grondstoffen een geneesmiddel bereidt; en
  • De kosten voor de apotheekbereiding die betrekking hebben op een prestatie voor geneeskundige zorg zoals medisch specialisten die plegen, gemiddeld meer dan €1.000 per patiënt per jaar bedragen of waarvan voor een geregistreerd equivalent een add-on prestatie geldig is. Onder ‘kosten’ wordt hier verstaan: de kosten die onderdeel zijn van de kostprijs zoals beschreven in artikel 15 lid 2 van deze beleidsregel, en
  • De apotheekbereiding is opgenomen in de G-standaard van Z-index.

Een geneesmiddel verliest van rechtswege de status van add-on of ozp-stollingsfactor vanaf de datum dat de handelsvergunning bedoeld in het tweede lid is ingetrokken. Vanaf die datum vervalt eveneens van rechtswege de door de NZa afgegeven prestatie- en tariefbeschikking waarmee het geneesmiddel de status van add-on of ozp-stollingsfactor verkreeg.
Een geneesmiddel verliest van rechtswege de status van add-on of ozp-stollingsfactor vanaf de datum waarop het geneesmiddel niet meer in de G-standaard is opgenomen. Vanaf die datum vervalt eveneens van rechtswege de door de NZa afgegeven prestatie- en tariefbeschikking waarmee het geneesmiddel de status van add-on of ozp-stollingsfactor verkreeg.

2021: BR/REG-21106a art. 10


Declaratiebepalingen voor overige zorgproducten uit de categorie supplementaire producten
Alleen centra voor hemofiliebehandeling en aanverwante hemostaseziekten, die door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op grond van artikel 8 van de Wet op de bijzondere medische verrichtingen (Wbmv) als zodanig zijn aangewezen, mogen ozp-stollingsfactoren voor hemofilie en aanverwante hemostaseziekten in rekening brengen. Bij de declaratie van ozp-stollingsfactoren voor overige indicaties geldt deze beperking van aangewezen centra niet. In afwijking van de inwerkingtredingsdatum van deze regeling, treedt de inhoud van lid 9 van dit artikel met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2017.

Als een patiënt een geneesmiddel gebruikt waarvoor een add-on, respectievelijk een ozp-stollingsfactor is vastgesteld dan declareert de zorgverlener het geneesmiddel als add-on, respectievelijk ozp-stollingsfactor. In dat geval wordt een dergelijk geneesmiddel dus niet meer als onderdeel van een dbc-zorgproduct in rekening gebracht. Geneesmiddelen die worden ingezet in het kader van Kaakchirurgische verrichtingen (230000 t/m 239962) maken wel onderdeel uit van deze verrichtingen en worden niet door middel van een add-ongeneesmiddel, respectievelijk ozp-stollingsfactor gedeclareerd. Het ten laste van de medisch-specialistische zorg declareren van buiten de medisch-specialistische zorg bekostigde geneesmiddelen is niet toegestaan.

2021: NR/REG-2103a art. 34a lid 9 en 10


Als een zorgverlener een geneesmiddel toepast dat niet als add-ongeneesmiddel of ozp-stollingsfactor is opgenomen in de G-standaard, dan declareert de zorgverlener het geneesmiddel als onderdeel van een dbc-zorgproduct.

2021: NR/REG-2103a Toelichting art. 34a lid 10

Wijzigingen ten opzichte van voorgaand jaar

Bijlage 14 van HR2022 is verwerkt.

Interpretaties

Er zijn geen interpretatiekeuzes gemaakt.

Programmeerbare norm

Er is sprake van “Deelwaarneming - Add-on geneesmiddelen en/of stollingsfactoren gedeclareerd, uitgezonderd dummy indicatie-code 99999998 (N0319-HR2022)” als aan de volgende selectie is voldaan:

1) Alle add-on geneesmiddelen en/of stollingsfactoren gedeclareerd met indicatie ID, excl. add-on geneesmiddelen en/of stollingsfactoren met indicatie 99999998 of opgenomen in Bijlage 14


2) Add-on geneesmiddelen en stollingsfactoren uitgevoerd en gedeclareerd in Handreiking jaar


3) Bepaal per atc-code/indicatie combinatie het aantal uitgiftes en deel dit door het totaal aantal uitgiftes. Verkrijg zo per atc-code/indicatie combinatie het percentage van het aantal uitgiftes

Bepaal per atc-code/indicatie combinatie de waarde en deel dit door de totale waarde. Verkrijg zo per atc-code/indicatie combinatie het percentage van de waarde

Tel per atc-code/indicatie combinatie het percentage van het aantal uitgiftes en het percentage van de waarde bij elkaar op en deel door twee. Verkrijg zo per atc-code/indicatie combinatie het gemiddelde percentage

4) Optie 1: Trek uit de 25 atc-code/indicatie combinaties met het hoogst gemiddelde percentage per atc-code/indicatie combinatie twee willekeurige patiënten. Beoordeel bij deze patiënt alle posten met de getrokken atc-code/indicatie combinatie (totaal 50 patiënten)

5) Optie 2: Van alle patiënten met een atc/indicatie combinatie binnen de 25 hoogst gemiddelde percentages wordt bepaald wat het hoogste gemiddelde percentage voor de patiënt is. Per atc/indicatie combinatie wordt dan steeds een willekeurige patient gestoken, in aflopende volgorde van gemiddeld percentage, totdat het totaal aantal te steken patiënten dat dient te worden gestoken volgens de beslisboom bereikt is. Alle registraties van een gestoken patient/atc/indicatie combinatie behoren tot de steekproef

Logica: 1 en 2 en 3 en (4 of 5)

Berekening financiële impact

De add-on wordt verwijderd, zie Berekening financiële impact - Waarde add-on.