Parallelliteit over specialismen heen (N0611): verschil tussen versies
Regel 193: | Regel 193: | ||
De volgende interpretatiekeuzes zijn gemaakt: | De volgende interpretatiekeuzes zijn gemaakt: | ||
#In de Handreiking staat de volgende tekst: Optioneel: Indien het eerst geopende zorgtraject (bij het eerste specialisme) geen behandeling bevat (zorgactiviteit met ZPK 5 en/of 6) en de laatst uitgevoerde zorgactiviteit op of voor de openingsdatum van het daarna geopende zorgtraject (bij het tweede specialisme) ligt, dan wordt deze situatie beschouwd als een definitieve doorverwijzing en mag de betreffende parallelliteit worden uitgesloten van verder onderzoek. | #In de Handreiking staat de volgende tekst: "Optioneel: Indien het eerst geopende zorgtraject (bij het eerste specialisme) geen behandeling bevat (zorgactiviteit met ZPK 5 en/of 6) en de laatst uitgevoerde zorgactiviteit op of voor de openingsdatum van het daarna geopende zorgtraject (bij het tweede specialisme) ligt, dan wordt deze situatie beschouwd als een definitieve doorverwijzing en mag de betreffende parallelliteit worden uitgesloten van verder onderzoek." Daarom is er een parameter beschikbaar: HR2018_CP10_UITSLUITEN_DOORVERWIJZING. Default staat deze op NEE. Wanneer deze op JA wordt gezet, worden bij definitieve doorverwijzingen acties uitgesloten (op de normen N0610, N0611, N0619, N0620 en N0621) wanneer er behandeling (zorgactiviteit met ZPK 5 en/of 6) heeft plaatsgevonden in het subtraject uit het laatst geopende zorgtraject. | ||
#Met parameter N0611_LEGE_DBCS_MEENEMEN kunnen lege DBC's uitgesloten worden voor signaleren. De parameter staat standaard op 'JA'. | #Met parameter N0611_LEGE_DBCS_MEENEMEN kunnen lege DBC's uitgesloten worden voor signaleren. De parameter staat standaard op 'JA'. | ||
#Met parameter N0611_NORM_THEMAS kan ingesteld worden op welke risicogebieden er gesignaleerd dient te worden. Er zijn in totaal vier risicogebieden: Slaapaandoeningen, Varices, Carpaal Tunnel Syndroom (CTS) en Incontinentie. Standaard worden alle risicogebieden gesignaleerd. | #Met parameter N0611_NORM_THEMAS kan ingesteld worden op welke risicogebieden er gesignaleerd dient te worden. Er zijn in totaal vier risicogebieden: Slaapaandoeningen, Varices, Carpaal Tunnel Syndroom (CTS) en Incontinentie. Standaard worden alle risicogebieden gesignaleerd. | ||
Regel 206: | Regel 205: | ||
|- | |- | ||
! style="text-align: center; vertical-align: middle; width: 573px; background-color: rgb(173, 216, 230)" scope="col" | | ! style="text-align: center; vertical-align: middle; width: 573px; background-color: rgb(173, 216, 230)" scope="col" | | ||
<span style="font-size: small"><span style="color: rgb(0, 0, 205)">1) </span></span><span style="color: rgb(0, 0, 205); font-family: sans-serif; font-size: small; font-weight: bold; text-align: center; background-color: rgb(173, 216, 230)">Alle parallelle subtrajecten (zowel open als gesloten) met ZT11 en ZT21 waarvan de combinatie van diagnosen en specialismen voorkomt op de risicolijst ([[Media: | <span style="font-size: small"><span style="color: rgb(0, 0, 205)">1) </span></span><span style="color: rgb(0, 0, 205); font-family: sans-serif; font-size: small; font-weight: bold; text-align: center; background-color: rgb(173, 216, 230)">Alle parallelle subtrajecten (zowel open als gesloten) met ZT11 en ZT21 waarvan de combinatie van diagnosen en specialismen voorkomt op de risicolijst ([[index.php?title=Media:Handreiking Rec Bijlage 7 HR22 Lijst parallelle trajecten over specialismen heen tbv CP10 1 2 .xlsx|Bijlage 7]])</span> | ||
|- | |- |
Versie van 25 jan 2024 13:40
Referentienummer: N0611
Behoort tot Normenkader ValueCare
Ziekenhuizen Rechtmatigheid
Ziekenhuizen overige Rechtmatigheid
- Ziekenhuizen overige Rechtmatigheid 2023 - Parallelliteit
- Ziekenhuizen overige Rechtmatigheid 2022 - Parallelliteit
- Ziekenhuizen overige Rechtmatigheid 2021 - Parallelliteit
- Ziekenhuizen overige Rechtmatigheid 2020 - Parallelliteit
- Ziekenhuizen overige Rechtmatigheid 2019 - Parallelliteit
- Ziekenhuizen overige Rechtmatigheid 2018 - Parallelliteit
Samenvatting
Wanneer bij de behandeling van een patiënt meerdere specialismen zijn betrokken, mag ieder specialisme alleen een zorgtraject openen als sprake is van een eigen zorgvraag, eigen diagnosestelling én eigen behandeling.
Regelgeving / beleid
2018 |
---|
De registratie van het zorgtraject start op de datum dat de eerste zorgactiviteit plaatsvindt in het kader van een nieuwe zorgvraag van een patiënt.
De beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert, is verantwoordelijk voor de juiste registratie van het zorgtype, de zorgvraag en de diagnose. Daarbij beperkt hij/zij zich tot de typeringslijst die geldt voor dat specialisme of, indien niet beschikbaar, voor dat type van zorg. De beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert, is verantwoordelijk voor een juiste typering van een zorgtraject/subtraject bij de geleverde zorg. Voor de meeste beroepsbeoefenaren die de poortfunctie kunnen uitvoeren, zijn door de NZa-typeringslijsten vastgesteld. Indien deze typeringslijst niet volledig is, of indien er geen typeringslijst beschikbaar is voor een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert, kan gebruik gemaakt worden van de typeringslijst van een ander specialisme voor dat type van zorg. 2018: NR/REG-1816 art. 4 lid 1, 2 & 3
Op de voorwaarde behandeling én diagnostiek, zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 en lid 2, geldt een uitzondering: indien de patiënt na diagnosestelling definitief wordt doorverwezen naar een andere hoofdbehandelaar van een ander poortspecialisme waar behandeling plaatsvindt, zonder dat de patiënt behandeld is door de eerste hoofdbehandelaar, kunnen beide poortspecialismen een zorgtraject openen. 2018: NR/REG-1816 art. 5 lid 2 en 3
Er is géén sprake van multidisciplinaire behandeling indien binnen een zorgtraject zowel een poortspecialist als een SEH-arts KNMG, artsassistent, verpleegkundig specialist en/of physician assistant een deel van de prestaties in het kader van één zorgvraag uitvoeren. In dat geval wordt er één zorgtraject geopend. 2018: NR/REG-1816 art. 5b
Poortspecialist |
2019 |
---|
De registratie van het zorgtraject start op de datum dat de eerste zorgactiviteit plaatsvindt in het kader van een nieuwe zorgvraag van een patiënt.
De beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert, is verantwoordelijk voor de juiste registratie van het zorgtype, de zorgvraag en de diagnose. Daarbij beperkt diegene zich tot de typeringslijst die geldt voor dat specialisme of, indien de typeringslijst niet beschikbaar of volledig is, voor dat type van zorg. Een dbc-zorgproduct omvat het geheel van activiteiten en verrichtingen van een zorgverlener. Dit betekent dat U-bocht constructies niet zijn toegestaan, tenzij in deze regeling is bepaald dat naast het dbc-zorgproduct wél een ander tarief, zoals een add-on, mag worden gedeclareerd. Voor prestaties geldt met ingang van 1 januari 2015 een integraal tarief. 2019: NR/REG-1907a art. 4 lid 1, 2 & 3
Op de voorwaarde behandeling én diagnostiek, zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 en lid 2, geldt een uitzondering: indien de patiënt na diagnosestelling definitief wordt doorverwezen naar een andere hoofdbehandelaar van een ander poortspecialisme waar behandeling plaatsvindt, zonder dat de patiënt behandeld is door de eerste hoofdbehandelaar, openen beide poortspecialismen een zorgtraject. 2019: NR/REG-1907a art. 5 lid 2 en 3
Er is géén sprake van multidisciplinaire behandeling indien binnen een zorgtraject zowel een poortspecialist als een SEH-arts KNMG, arts-assistent, verpleegkundig specialist en/of physician assistant een deel van de prestaties in het kader van één zorgvraag uitvoeren. In dat geval wordt één zorgtraject geopend. 2019: NR/REG-1907a art. 5b
Poortspecialist |
2020 |
---|
De registratie van het zorgtraject start op de datum dat de eerste zorgactiviteit plaatsvindt in het kader van een nieuwe zorgvraag van een patiënt.
De beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert, is verantwoordelijk voor de juiste registratie van het zorgtype, de zorgvraag en de diagnose. Daarbij beperkt diegene zich tot de typeringslijst die geldt voor dat specialisme of, indien de typeringslijst niet beschikbaar of volledig is, voor dat type van zorg. Een dbc-zorgproduct omvat het geheel van activiteiten en verrichtingen van een zorgverlener. Dit betekent dat U-bocht constructies niet zijn toegestaan, tenzij in deze regeling is bepaald dat naast het dbczorgproduct wél een ander tarief, zoals een add-on, mag worden gedeclareerd. Voor prestaties geldt met ingang van 1 januari 2015 een integraal tarief. 2020: NR/REG-2001a art. 4 lid 1, 2 & 3
2020: NR/REG-2001a art. 5 lid 2
Poortspecialist |
2021 |
---|
Het zorgtraject start op de datum dat de eerste zorgactiviteit plaatsvindt in het kader van een nieuwe zorgvraag van een patiënt. Het zorgtraject kan ook starten op de datum van een verstrekking/ toediening van een add-on geneesmiddel of ozp stollingsfactor aan de patiënt.
De beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert, is verantwoordelijk voor de juiste registratie van het zorgtype, de zorgvraag en de diagnose. Daarbij beperkt diegene zich tot de typeringslijst die geldt voor dat specialisme of, indien de typeringslijst niet beschikbaar of volledig is, voor dat type van zorg. Een dbc-zorgproduct omvat het geheel van activiteiten en verrichtingen van een zorgverlener. Dit betekent dat U-bocht constructies niet zijn toegestaan, tenzij in deze regeling is bepaald dat naast het dbczorgproduct wél een ander tarief, zoals een add-on, mag worden gedeclareerd. Voor prestaties geldt met ingang van 1 januari 2015 een integraal tarief. 2021: NR/REG-2103a art. 4 lid 1, 2 en 3
2021: NR/REG-2103a art. 5 lid 2
Poortspecialist |
2022 |
---|
Het zorgtraject start op de datum dat de eerste zorgactiviteit plaatsvindt in het kader van een nieuwe zorgvraag van een patiënt. Het zorgtraject kan ook starten op de datum van een verstrekking/ toediening van een add-on geneesmiddel of ozp stollingsfactor aan de patiënt.
De beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert, is verantwoordelijk voor de juiste registratie van het zorgtype, de zorgvraag en de diagnose. Daarbij beperkt diegene zich tot de typeringslijst die geldt voor dat specialisme of, indien de typeringslijst niet beschikbaar of volledig is, voor dat type van zorg. Een dbc-zorgproduct omvat het geheel van activiteiten en verrichtingen van een zorgverlener. Dit betekent dat U-bocht constructies niet zijn toegestaan, tenzij in deze regeling is bepaald dat naast het dbc-zorgproduct wél een ander tarief, zoals een add-on, mag worden gedeclareerd. Voor prestaties geldt met ingang van 1 januari 2015 een integraal tarief. 2022: NR/REG-2207a art. 4 lid 1, 2 en 3
2022: NR/REG-2207a art. 5 lid 2
|
2023 |
---|
Het zorgtraject start op de datum dat de eerste zorgactiviteit plaatsvindt in het kader van een nieuwe zorgvraag van een patiënt. Het zorgtraject kan ook starten op de datum van een verstrekking/ toediening van een add-on geneesmiddel of ozp stollingsfactor aan de patiënt.
De beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert, is verantwoordelijk voor de juiste registratie van het zorgtype, de zorgvraag en de diagnose. Daarbij beperkt diegene zich tot de typeringslijst die geldt voor dat specialisme of, indien de typeringslijst niet beschikbaar of volledig is, voor dat type van zorg. Een dbc-zorgproduct omvat het geheel van activiteiten en verrichtingen van een zorgverlener. Dit betekent dat U-bocht constructies niet zijn toegestaan, tenzij in deze regeling is bepaald dat naast het dbc-zorgproduct wél een ander tarief, zoals een add-on, mag worden gedeclareerd. Voor prestaties geldt met ingang van 1 januari 2015 een integraal tarief. 2023: NR/REG-2306a art. 4 lid 1, 2 en 3
2023: NR/REG-2306a art. 5 lid 2
Typering van een zorgaanbieder die een zorgtraject voor medisch-specialistische zorg kan starten. De poortfunctie kan uitgevoerd worden door de poortspecialist en de volgende ondersteunende specialisten: interventie-radioloog (0362), anesthesist als pijnbestrijder (0389) en klinisch geneticus (0390). Daarnaast kan de poortfunctie ook uitgevoerd worden door de volgende beroepsbeoefenaren, niet zijnde medisch specialisten: arts-assistent, klinisch fysicus audioloog (1900), specialist ouderengeneeskunde (8418), SEH-arts KNMG, verpleegkundig specialist, physician assistant en klinisch technologen. Tandarts-specialisten voor mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie kunnen ook een poortfunctie uitvoeren, maar declareren alleen overige zorgproducten. Poortspecialist |
Interpretaties
De volgende interpretatiekeuzes zijn gemaakt:
- In de Handreiking staat de volgende tekst: "Optioneel: Indien het eerst geopende zorgtraject (bij het eerste specialisme) geen behandeling bevat (zorgactiviteit met ZPK 5 en/of 6) en de laatst uitgevoerde zorgactiviteit op of voor de openingsdatum van het daarna geopende zorgtraject (bij het tweede specialisme) ligt, dan wordt deze situatie beschouwd als een definitieve doorverwijzing en mag de betreffende parallelliteit worden uitgesloten van verder onderzoek." Daarom is er een parameter beschikbaar: HR2018_CP10_UITSLUITEN_DOORVERWIJZING. Default staat deze op NEE. Wanneer deze op JA wordt gezet, worden bij definitieve doorverwijzingen acties uitgesloten (op de normen N0610, N0611, N0619, N0620 en N0621) wanneer er behandeling (zorgactiviteit met ZPK 5 en/of 6) heeft plaatsgevonden in het subtraject uit het laatst geopende zorgtraject.
- Met parameter N0611_LEGE_DBCS_MEENEMEN kunnen lege DBC's uitgesloten worden voor signaleren. De parameter staat standaard op 'JA'.
- Met parameter N0611_NORM_THEMAS kan ingesteld worden op welke risicogebieden er gesignaleerd dient te worden. Er zijn in totaal vier risicogebieden: Slaapaandoeningen, Varices, Carpaal Tunnel Syndroom (CTS) en Incontinentie. Standaard worden alle risicogebieden gesignaleerd.
- Bij de N0611 wordt gebruik gemaakt van de recentste versie van bijlage 7. Deze is afkomstig van Handreiking Rechtmatigheidscontroles MSZ.
Programmeerbare norm
Er is sprake van “Parallelliteit over specialismen heen (N0611)” als aan de volgende selectie is voldaan:
1) Alle parallelle subtrajecten (zowel open als gesloten) met ZT11 en ZT21 waarvan de combinatie van diagnosen en specialismen voorkomt op de risicolijst (Bijlage 7) |
---|
![]() |
2) Tenminste één subtraject zit in scope controlejaar of Handreikingsjaar |
![]() |
3) Eén van beide subtrajecten voldoet niet aan de volgende voorwaarden: |
Logica: 1 en 2 en 3
Berekening financiële impact
Er wordt vanuit gegaan dat het laatst geopende subtraject onterecht is. Zie Berekening financiële impact - Verschil waarde subtrajecten na verwijderen subtraject en overhevelen zorgactiviteiten