Intensieve zorg laatste levensfase
Behoort tot Normenkader ValueCare
Stuurmodel Medisch Specialisten
Samenvatting
Intensieve zorg in de laatste levensfase betreft intensieve zorg die patiënten hebben ontvangen in de 90 dagen voor overlijden.
Deze behandeluitkomst laat zien hoeveel patiënten een intensieve diagnostiek of behandeling doormaken in hun laatste levensfase. Er zijn gevallen waarbij zulke intensieve ingrepen onnodig lijden veroorzaken voor een patiënt. Sturing op deze indicator kan bijdragen aan het starten van een gesprek met patiënten; de arts en patiënt moeten het eens zijn over de toegevoegde waarde van een belastende ingreep ten opzichte van de kwaliteit van leven in de laatste levensfase.
ValueCare definieert ‘intensieve zorg’ als een aantal verrichtingen namelijk, welke over het algemeen als belastend ervaren kunnen worden door patiënten: bronchoscopie, (interventie)gastroscopie, chemotherapie, PTCA, of wanneer een operatie langer dan een uur duurde. ValueCare definieert “laatste levensfase” als 90 dagen voor overlijden.
ValueCare geeft deze stuurindicator weer als percentage overleden patiënten met intensieve zorg in de laatste levensfase per maand, per diagnose, per specialisme/specialist, en het gemiddelde aantal intensieve zorgactiviteiten per patiënt met intensieve zorg in de laatste levensfase.
Regelgeving / beleid
| 2022 |
|---|
| Voor het verlenen van optimale zorg is het van belang dat de patiënt en diens naasten passend zijn voorgelicht over de aard van de ziekte of kwetsbaarheid, en de prognose door de behandelend arts of de centrale zorgverlener. Op grond hiervan stelt de arts de patiënt in staat de consequenties van het ziek-zijn te overzien. (Niet-)Behandelkeuzes met voor- en nadelen, inclusief het staken van niet langer zinvol geachte medicatie, worden vervolgens afgewogen in de context van de waarden, wensen en behoeften van de patiënt.
De zorgverlener signaleert en inventariseert samen met de patiënt en diens naasten de huidige symptoomlast en anticipeert op eventueel te verwachten symptomen. De zorgverlener beoordeelt, zo mogelijk met (gevalideerde) meetinstrumenten, het fysiek functioneren en bepaalt de aard, ernst en mogelijke risico’s op dit gebied. In overleg met de patiënt en diens naasten stelt de zorgverlener passende, zo nodig ook anticiperende interventies op. Het advies gaat bij voorkeur gepaard met een stappenplan voor voortgaande behandeling bij toename van klachten of symptomen. Behandeling van symptomen en bijwerkingen kan bestaan uit niet-medicamenteuze, medicamenteuze en invasieve interventies, al of niet ondersteund met complementaire zorg. Het effect van de ingestelde behandeling op het welbevinden van de patiënt dient hierbij regelmatig geëvalueerd en zo nodig herzien te worden. |
Interpretaties
De volgende interpretatiekeuzes zijn gemaakt:
- Voor de behandeluitkomst intensieve zorg tijdens de laatste levensfase gebruikt ValueCare de gestructureerde informatie uit het ziekenhuis informatie systeem.
- ValueCare houdt bij of patiënten in de 90 dagen vóór overlijden intensieve zorg hebben ontvangen. Onder intensieve zorg vallen bronchoscopie, (interventie)gastroscopie, chemotherapie, PTCA, een operatie die langer dan een uur duurde.
Sturing
Deze stuurindicator draagt bij aan het initiëren van gesprekken tussen arts en patiënt wat betreft de noodzaak van intensieve zorg in de laatste levensperiode. Middels deze stuurindicator kan het ziekenhuis werken aan het bieden van gepaste zorg voor specifieke diagnoses of afdelingen. Het effect van sturing hangt af van ziekenhuisspecifieke situaties en het effect op de kwaliteit van leven van de patiënt staat hierbij voorop.
ValueCare denkt graag met u mee over het verbeteren van de sturing in uw ziekenhuis. Mochten er op basis van bovenstaande nieuwe ideeën of suggesties voor controles ontstaan, laat het dan aan ValueCare weten via uw ValueCare contact.
Programmeerbare norm
Er is sprake van “Intensieve zorg laatste levensfase” als aan de volgende selectie is voldaan:
|
1) Alle overleden patiënten |
|---|
 |
|
2) Van deze patiënten, de patiënten die 90 dagen voor overlijden een van de volgende verrichten hebben ondergaan: bronchoscopie, (interventie)gastroscopie, chemotherapie, PTCA, een operatie die langer dan een uur duurde |
|
|
3) Het percentage is het aantal overleden patiënten die intensieve zorg hadden in de 90 dagen voor overlijden, gedeeld door het totaal aantal overleden patiënten |
Logica: 1 en 2 en 3