Steekproef - Parallelle subtrajecten SEH (HT0204)

Uit normenkaderzorg.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Referentienummer: HT0204
Behoort tot Normenkader ValueCare

Horizontaal Toezicht

  1. Horizontaal Toezicht Steekproeven module
Samenvatting

Het is niet toegestaan parallelle subtrajecten te registreren voor meer dan één specialisme bij een patiënt met één zorgvraag terwijl er geen sprake is van een nieuwe/eigen zorgvraag met diagnosestelling en behandeling. Deze controle kijkt specifiek of er naast een subtraject (ZT11) die geopend is op de SEH, er nog een parallel subtraject geopend is met een geregistreerde zorgactiviteit (ZT11 & 21)op dezelfde dag.

Regelgeving / beleid
2023
Multidisciplinaire behandeling
  • Als er sprake is van een multidisciplinaire behandeling kunnen er voor dezelfde zorgvraag van een patiënt meerdere zorgtrajecten worden geopend. Er is sprake van multidisciplinaire behandeling indien er sprake is van één zorgvraag waarbij meerdere poortspecialismen als hoofdbehandelaar optreden en verantwoordelijk zijn voor het uit te voeren beleid met betrekking tot de zorgvraag.
  • Er is géén sprake van multidisciplinaire behandeling indien zowel een SEH-arts KNMG (of een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en de SEH-functie uitoefent) als een andere beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert een deel van de prestaties in het kader van één zorgvraag uitvoeren. In dat geval wordt één zorgtraject geopend.

2023: NR/REG-2306a art. 5 lid 2

Parallelle zorgtrajecten binnen eenzelfde specialisme
Voor het openen van een parallel zorgtraject binnen eenzelfde specialisme gelden de eisen zoals beschreven in bovenstaande leden en moet sprake zijn van een separaat uit te voeren beleid ten aanzien van de zorgvraag.

Een parallel zorgtraject met eenzelfde diagnosetypering mag worden geopend indien sprake is van een dubbelzijdige aandoening waarbij binnen de looptijd van een subtraject aan beide zijde een zorgactiviteit wordt uitgevoerd die voorkomt in bijlage 1 bij het registratieaddendum (42-dagenregel zorgactiviteiten). De combinatie van diagnosen mag hierbij niet voorkomen in de 'Diagnose Combinatie Tabel' (bijlage bij deze regeling).

Er wordt geen parallel zorgtraject geopend:

  • Wanneer de combinatie van beide diagnosen voorkomt in de 'Diagnose Combinatie Tabel' (bijlage bij deze regeling).
  • Wanneer verschillende zorgvragen met dezelfde diagnosetypering voorkomen binnen de looptijd van een bestaand zorgtraject.
  • Binnen het specialisme cardiologie, behalve bij icc, hartrevalidatie en begeleiding bij hart- en hartlongtransplantatie.
  • Binnen het specialisme klinische geriatrie, behalve bij icc of medebehandeling.
  • Bij neonatologie binnen het specialisme kindergeneeskunde.
  • Binnen het specialisme geriatrische revalidatiezorg.
  • Bij de diagnosen voor 'ouderengeneeskunde' (090 t/m 095) binnen het specialisme inwendige geneeskunde, behalve bij icc of medebehandeling.
  • Binnen het specialisme gynaecologie voor eenzelfde fase tijdens één zwangerschap (fasen: zwangerschap, bevalling en kraambed), met uitzondering van de fase voor kraambed indien zich bevalling gerelateerde posttraumatische stressklachten of een postnatale depressie voordoet na postnatale complicaties.

Bij de volgende diagnosen kan een parallel zorgtraject geopend worden:

  • Diagnosen die vastgesteld worden tijdens het traject rondom de traumaopvang volgens de ATLS, welke beschreven wordt met de diagnosen `ATLS-opvang trauma ISS <16' en `ATLS-opvang multitrauma ISS ≥ 16'. Deze diagnosen kunnen (mits aan de voorwaarden voor parallelliteit is voldaan) parallel geregistreerd worden aan diagnosen die geconstateerd worden bij de screening.
  • Diagnosen die vastgesteld worden naar aanleiding van het bevolkingsonderzoek `Screening colorectaal carcinoom'. Deze diagnosen kunnen (mits aan de voorwaarden voor parallelliteit is voldaan) parallel geregistreerd worden als bij de screening een aandoening geconstateerd wordt waarvoor een behandeltraject start.

2023: NR/REG-2306a art. 5 lid 4a t/m d

2024
Multidisciplinaire behandeling
  • Als er sprake is van een multidisciplinaire behandeling kunnen er voor dezelfde zorgvraag van een patiënt meerdere zorgtrajecten worden geopend. Er is sprake van multidisciplinaire behandeling indien er sprake is van één zorgvraag waarbij meerdere poortspecialismen als hoofdbehandelaar optreden en verantwoordelijk zijn voor het uit te voeren beleid met betrekking tot de zorgvraag.
  • Er is géén sprake van multidisciplinaire behandeling indien binnen een zorgtraject zowel een SEH-arts KNMG (of een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en de SEH-functie uitoefent) als een andere beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert een deel van de prestaties in het kader van één zorgvraag uitvoeren. In dat geval wordt één zorgtraject geopend.

2024: NR/REG-2403a art. 5 lid 2

Parallelle zorgtrajecten binnen eenzelfde specialisme
Voor het openen van een parallel zorgtraject binnen eenzelfde specialisme gelden de eisen zoals beschreven in bovenstaande leden en moet sprake zijn van een separaat uit te voeren beleid ten aanzien van de zorgvraag.

Een parallel zorgtraject met eenzelfde diagnosetypering mag worden geopend indien sprake is van een dubbelzijdige aandoening waarbij binnen de looptijd van een subtraject aan beide zijde een zorgactiviteit wordt uitgevoerd die voorkomt in bijlage 1 bij het registratieaddendum (42- dagenregel zorgactiviteiten). De combinatie van diagnosen mag hierbij niet voorkomen in de 'Diagnose Combinatie Tabel' (bijlage bij deze regeling).

Er wordt geen parallel zorgtraject geopend:

  • Wanneer de combinatie van beide diagnosen voorkomt in de 'Diagnose Combinatie Tabel' (bijlage bij deze regeling).
  • Wanneer verschillende zorgvragen met dezelfde diagnosetypering voorkomen binnen de looptijd van een bestaand zorgtraject.
  • Binnen het specialisme cardiologie, behalve bij icc, hartrevalidatie en begeleiding bij hart- en hartlongtransplantatie.
  • Binnen het specialisme klinische geriatrie, behalve bij icc of klinische medebehandeling.
  • Bij neonatologie binnen het specialisme kindergeneeskunde.
  • Binnen het specialisme geriatrische revalidatiezorg.
  • Bij de diagnosen voor ‘ouderengeneeskunde' (090 t/m 095) binnen het specialisme inwendige geneeskunde, behalve bij icc of medebehandeling.
  • Binnen het specialisme gynaecologie voor eenzelfde fase tijdens één zwangerschap (fasen: zwangerschap, bevalling en kraambed), met uitzondering van de fase voor kraambed indien zich bevalling gerelateerde posttraumatische stressklachten of een postnatale depressie voordoet na postnatale complicaties.

Bij de volgende diagnosen kan een parallel zorgtraject geopend worden:

  • Diagnosen die vastgesteld worden tijdens het traject rondom de traumaopvang volgens de ATLS, welke beschreven wordt met de diagnosen `ATLS-opvang trauma ISS <16' en `ATLS-opvang multitrauma ISS ≥ 16'. Deze diagnosen kunnen (mits aan de voorwaarden voor parallelliteit is voldaan) parallel geregistreerd worden aan diagnosen die geconstateerd worden bij de screening.
  • Diagnosen die vastgesteld worden naar aanleiding van het bevolkingsonderzoek `Screening colorectaal carcinoom'. Deze diagnosen kunnen (mits aan de voorwaarden voor parallelliteit is voldaan) parallel geregistreerd worden als bij de screening een aandoening geconstateerd wordt waarvoor een behandeltraject start.

2024: NR/REG-2403a art. 5 lid 4a t/m d

Interpretaties

De volgende interpretatiekeuzes zijn gemaakt:

  1. De SEH zorgactiviteiten gekoppeld aan het te signaleren subtraject zijn instelbaar met parameter HT0204_ZA_SIGNALEREN. Standaard wordt zorgactiviteit 190015 meegenomen.
  2. De zorgactiviteiten gekoppeld aan het parallelle subtraject zijn te specificeren in parameter HT0204_ZA_PARALLEL_SIGNALEREN. Standaard zijn dit alle zorgactiviteiten.
  3. Parameter HT0204_ZA_PARALLEL_SIGNALEREN gaat standaard uit van een OF conditie, dus minimaal 1 van de opgegeven zorgactiviteiten moet voorkomen in het parallelle subtraject. Via parameter HT0204_ZA_PARALLEL_TYPE_CONDITIE kan deze conditie gewijzigd worden naar EN, zodat alle opgegeven zorgactiviteiten moeten voorkomen in het parallelle subtraject.
  4. Parallelle subtrajecten met gekoppelde zorgactiviteiten zoals benoemd in parameter HT0204_ZA_PARALLEL_NIET_SIGNALEREN worden niet meegenomen. Standaard is deze parameter leeg.
  5. Middels parameter HT0204_GEOPEND_OP_SEH_DATUM kan ervoor gekozen worden om te zoeken naar subtrajecten die al geopend waren op de datum van de SEH zorgactiviteit. Standaard wordt er alleen gesignaleerd wanneer de te signaleren subtraject geopend is op de SEH-datum.
  6. Middels parameter HT0204_CONSULTEN_GELIJK_TIJDSTIP kan ervoor gekozen worden om alleen te signaleren indien in beide parallelle subtrajecten een consult (190060, 190013) op hetzelfde tijdstip geregistreerd is. Indien één of beide tijdstippen onbekend is, wordt er ook gesignaleerd.
  7. In principe behoort alleen de gestoken post (uit het laatst geopende zorgtraject) tot de massa, ook in geval van parallelliteit met meerdere DBC's. De enige uitzondering hierop is wanneer de zorgtrajecten op dezelfde datum zijn geopend, dan worden beiden tot de massa gerekend.
  8. Middels parameter HT0204_SPECIALISME_UITSLUITEN bepaalde specialismecodes uit te sluiten. Standaard worden er geen specialismen uitgesloten.
  9. Met behulp van parameter HT0204_ALLEEN_BINNEN_SPECIALISME kan worden ingesteld of er alleen binnen hetzelfde specialisme gesignaleerd moet worden. Standaard staat dit op NEE.
  10. Met behulp van parameter HT0204_ALLEEN_PARALLEL_DBC kan ingesteld worden om SEH DBC's alleen te tonen als er een parallelle DBC is op het moment van openen van de SEH DBC. Default staat deze op NEE.
  11. Met behulp van parameter HT0204_VERWIJSTYPE kan worden ingesteld op welke verwijstypes wordt gesignaleerd in situaties waarbij er geen spoedverrichting is. Standaard worden er geen extra verwijstypes meegenomen.
  12. Met behulp van parameter HT0204_UNIEKE_KOPPELS kan worden ingesteld of alleen unieke koppels getoond worden, dus als A met B en B met A dan worden niet beide maar één van beide getoond. Standaard staat dit op JA.
  13. Met behulp van parameter HT0204_ATLS_UITSLUITEN is het mogelijk om subtrajecten met diagnose ATLS uit te sluiten (0303.610, 0303.611, 0305.4110 of 0305.4111). Standaard staat deze op NEE.
Programmeerbare norm

Er is sprake van “Steekproef - Parallelle subtrajecten SEH (HT0204)” als aan de volgende selectie is voldaan:

1) Alle subtrajecten (ZT11) met een SEH zorgactiviteit op de openingsdatum van het subtraject


2) Het subtraject loopt parallel aan een ander subtraject (ZT11 of 21) met een gekoppelde zorgactiviteit


3) Optioneel: Subtrajecten met diagnose ATLS worden niet meegenomen (0303.610, 0303.611, 0305.4110 of 0305.4111)


Logica: 1 en 2 en 3

Berekening financiële impact

Er wordt geen financiële impact berekend door ValueCare.