De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Deze norm is vervallen en is vervangen door de N0923.
Samenvatting
Een registratie Vergoeding vervallen ziekenhuisindicatie, geen verpleeghuisindicatie (ZA-code 190038) mag niet gelijktijdig vastgelegd worden met een verpleegdag voor dezelfde patiënt.
Regelgeving / beleid
2013 & 2014 & 2015
Vergoeding vervallen ziekenhuisindicatie, geen verpleeghuisindicatie (190038)
Vergoeding die in rekening kan worden gebracht vanaf het moment dat de ziekenhuisindicatie is beëindigd, een indicatie (niet zijnde indicatie voor opname in een verpleeghuis) is vastgesteld en de patiënt noodgedwongen in een ziekenhuis moet blijven tot er plaats is voor de zorg waarvoor de indicatie is afgegeven.
Tijdens de ic-opnameperiode mogen geen verpleegdagen worden geregistreerd. 2016: NR/CU-266 art. 11 lid 8
Bij parallelliteit (binnen één specialisme) tijdens een klinische periode moeten de verpleegdagen aan één subtraject worden gekoppeld. Verpleegdagen worden gekoppeld aan het subtraject van de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en verantwoordelijk is voor deze opname. Het verdelen van verpleegdagen is niet toegestaan. Indien er vanuit het medisch dossier aantoonbaar sprake is van overdracht van het klinische hoofdbehandelaarschap aan een ander poortspecialisme, kunnen de opvolgende verpleegdagen worden gekoppeld aan het subtraject van de ‘nieuwe’ hoofdbehandelaar. 2016: NR/CU-266 artikelsgewijs art. 5a
Vergoeding vervallen ziekenhuisindicatie, geen verpleeghuisindicatie (190038) Vergoeding die in rekening kan worden gebracht vanaf het moment dat de ziekenhuisindicatie is beëindigd, een indicatie (niet zijnde indicatie voor Wlz-zorg met verblijf) is vastgesteld en de patiënt noodgedwongen in een ziekenhuis moet blijven tot er plaats is voor de zorg waarvoor de indicatie is afgegeven. 2016: NR/CU-266 art. 25 lid 3b
2017
Tijdens de ic-opnameperiode mogen geen verpleegdagen worden geregistreerd. Op één kalenderdag wordt óf een ic-dag óf een verpleegdag geregistreerd. 2017: NR/REG-1732 art. 11 lid 8
Bij parallelliteit (binnen één specialisme) tijdens een klinische periode moeten de verpleegdagen aan één subtraject worden gekoppeld. Verpleegdagen worden gekoppeld aan het subtraject van de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en verantwoordelijk is voor deze opname. Het verdelen van verpleegdagen is niet toegestaan. Indien er vanuit het medisch dossier aantoonbaar sprake is van overdracht van het klinische hoofdbehandelaarschap aan een ander poortspecialisme, kunnen de opvolgende verpleegdagen worden gekoppeld aan het subtraject van de ‘nieuwe’ hoofdbehandelaar. 2017: NR/REG-1732 artikelsgewijs art. 5a lid 1
Vergoeding vervallen ziekenhuisindicatie, geen verpleeghuisindicatie (190038) Vergoeding die in rekening kan worden gebracht vanaf de dag nadat de ziekenhuisindicatie is beëindigd, een indicatie (niet zijnde indicatie voor Wlz-zorg met verblijf) is vastgesteld en de patiënt noodgedwongen in een ziekenhuis moet blijven tot er plaats is voor de zorg waarvoor de indicatie is afgegeven. 2017: NR/REG-1732 art. 26 lid 4b
2018
Tijdens de ic-opnameperiode mogen geen verpleegdagen worden geregistreerd. Op één kalenderdag wordt óf een ic-dag óf een verpleegdag geregistreerd. 2018: NR/REG-1816 art. 11 lid 8
Bij parallelliteit (binnen één specialisme) tijdens een klinische periode moeten de verpleegdagen aan één subtraject worden gekoppeld. Verpleegdagen worden gekoppeld aan het subtraject van de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en verantwoordelijk is voor deze opname. Het verdelen van verpleegdagen is niet toegestaan. Indien er vanuit het medisch dossier aantoonbaar sprake is van overdracht van het klinische hoofdbehandelaarschap aan een ander poortspecialisme, kunnen de opvolgende verpleegdagen worden gekoppeld aan het subtraject van de `nieuwe' hoofdbehandelaar. 2018: NR/REG-1816 artikelsgewijs art. 5a lid 1
Vergoeding vervallen ziekenhuisindicatie, geen verpleeghuisindicatie (190038) Vergoeding die in rekening kan worden gebracht vanaf de dag nadat de ziekenhuisindicatie is beëindigd, een indicatie (niet zijnde indicatie voor Wlz-zorg met verblijf) is vastgesteld en de patiënt noodgedwongen in een ziekenhuis moet blijven tot er plaats is voor de zorg waarvoor de indicatie is afgegeven. 2018: NR/REG-1816 art. 26 lid 4b
2019
Tijdens de ic-opnameperiode mogen geen verpleegdagen worden geregistreerd. Op één kalenderdag wordt óf een ic-dag óf een verpleegdag geregistreerd. 2019: NR/REG-1907a art. 11 lid 8
Bij parallelliteit (binnen één specialisme) tijdens een klinische periode worden de verpleegdagen aan één subtraject gekoppeld. Verpleegdagen worden gekoppeld aan het subtraject van de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en verantwoordelijk is voor deze opname. Het verdelen van verpleegdagen is niet toegestaan. Indien er vanuit het medisch dossier aantoonbaar sprake is van overdracht van het klinische hoofdbehandelaarschap aan een ander poortspecialisme, worden de opvolgende verpleegdagen gekoppeld aan het subtraject van de ‘nieuwe’ hoofdbehandelaar. 2019: NR/REG-1907a artikelsgewijs art. 5a lid 1
Vergoeding vervallen ziekenhuisindicatie, geen verpleeghuisindicatie (190038) Vergoeding die in rekening mag worden gebracht vanaf de dag nadat de ziekenhuisindicatie is beëindigd, een indicatie (niet zijnde indicatie voor Wlz-zorg met verblijf) is vastgesteld en de patiënt noodgedwongen in een ziekenhuis verblijft tot er plaats is voor de zorg waarvoor de indicatie is afgegeven. 2019: NR/REG-1907a art. 26 lid 4b
2020
Tijdens de ic-opnameperiode mogen geen verpleegdagen of klinische zorgdagen in de thuissituatie worden geregistreerd. Op één kalenderdag wordt óf een ic-dag óf een verpleegdag óf een klinische zorgdag in de thuissituatie geregistreerd. 2020: NR/REG-2001a art. 11 lid 8
Bij parallelliteit (binnen één specialisme) tijdens een klinische periode worden verpleegdagen en klinische zorgdagen in de thuissituatie aan één subtraject gekoppeld. Verpleegdagen en klinische zorgdagen in de thuissituatie worden gekoppeld aan het subtraject van de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en verantwoordelijk is voor deze opname. Het verdelen van verpleegdagen en klinische zorgdagen in de thuissituatie is niet toegestaan. Indien er vanuit het medisch dossier aantoonbaar sprake is van overdracht van het klinische hoofdbehandelaarschap aan een ander poortspecialisme, worden de opvolgende verpleegdagen en klinische zorgdagen in de thuissituatie gekoppeld aan het subtraject van de ‘nieuwe’ hoofdbehandelaar. 2020: NR/REG-2001a artikelsgewijs art. 23 lid 7
Vergoeding vervallen ziekenhuisindicatie, geen verpleeghuisindicatie (190038) Vergoeding die in rekening mag worden gebracht vanaf de dag nadat de ziekenhuisindicatie is beëindigd, een indicatie (niet zijnde indicatie voor Wlz-zorg met verblijf) is vastgesteld en de patiënt noodgedwongen in een ziekenhuis verblijft tot er plaats is voor de zorg waarvoor de indicatie is afgegeven. 2020: NR/REG-2001a art. 26 lid 4b
2021
Tijdens de ic-opnameperiode mogen geen verpleegdagen of klinische zorgdagen in de thuissituatie worden geregistreerd. Op één kalenderdag wordt óf een ic-dag óf een verpleegdag óf een klinische zorgdag in de thuissituatie geregistreerd.
Bij parallelliteit (binnen één specialisme) tijdens een klinische periode worden verpleegdagen en klinische zorgdagen in de thuissituatie aan één subtraject gekoppeld. Verpleegdagen en klinische zorgdagen in de thuissituatie worden gekoppeld aan het subtraject van de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en verantwoordelijk is voor deze opname. Het verdelen van verpleegdagen en klinische zorgdagen in de thuissituatie is niet toegestaan. Indien er vanuit het medisch dossier aantoonbaar sprake is van overdracht van het klinische hoofdbehandelaarschap aan een ander poortspecialisme, worden de opvolgende verpleegdagen en klinische zorgdagen in de thuissituatie gekoppeld aan het subtraject van de ‘nieuwe’ hoofdbehandelaar.
Verblijf vervallen ziekenhuisindicatie, geen Wlz-indicatie (190093) Vergoeding die in rekening mag worden gebracht vanaf de dag nadat de ziekenhuisindicatie is beëindigd, een indicatie (niet zijnde een Wlzindicatie) is vastgesteld en de patiënt noodgedwongen in een ziekenhuis verblijft tot er plaats is voor de zorg waarvoor de indicatie is afgegeven.
Er is sprake van “Vergoeding vervallen ziekenhuisindicatie (N0184)” als aan de volgende selectie is voldaan:
1) Alle vervallen ziekenhuisindicatie, geen verpleeghuisindicatie (t/m 2020: 190038, vanaf 2021: 190093)
2) Los te factureren zorgactiviteit uitgevoerd in controlejaar of handreikingsjaar
of
zorgactiviteit gekoppeld aan een subtraject dat gesloten wordt in controlejaar of handreikingsjaar
3) Er is een vergoeding vervallen ziekenhuisindicatie, geen verpleeghuisindicatie (t/m 2020: 190038, vanaf 2021: 190093) bij dezelfde patiënt op dezelfde kalenderdag geregistreerd met op dezelfde kalenderdag voor hetzelfde patiëntnummer en specialisme een verpleegdag (zpk 3)