Percentage colonoscopie bij colitis ulcerosa (surveillancebeleid IBD): verschil tussen versies
Regel 10: | Regel 10: | ||
Deze stuurindicator geeft het percentage patiënten weer dat een colonoscopie heeft ondergaan voor de aandoening colitis ulcerosa. | Deze stuurindicator geeft het percentage patiënten weer dat een colonoscopie heeft ondergaan voor de aandoening colitis ulcerosa. | ||
− | ValueCare deelt het aantal patiënten met colitis ulcerosa dat een colonoscopie heeft ondergaan door het totale aantal patiënten met colitis ulcerosa. | + | ValueCare deelt het aantal patiënten met colitis ulcerosa dat een colonoscopie heeft ondergaan door het totale aantal patiënten met colitis ulcerosa. Dit stuurpunt dient als aanvulling en verrijking van de bijbehorende signalerings-norm [[Volg het surveillancebeleid bij IBD-patiënten (N7300)]] met deze normen wordt er gekeken naar alle geplande zorg, zodat er actief op gepast gebruik gelet kan worden. Het geeft de specialist de ruimte om voorafgaande een beslissing kan maken over het wel of niet uitvoeren van deze zorg, en of deze zorg wel of niet zinnig is. |
ValureCare geeft het percentage patiënten weer dat een colonoscopie heeft ondergaan voor de aandoening colitis ulcerosa weer per maand, per specialist, en per DBC. | ValureCare geeft het percentage patiënten weer dat een colonoscopie heeft ondergaan voor de aandoening colitis ulcerosa weer per maand, per specialist, en per DBC. |
Huidige versie van 5 apr 2023 om 16:19
Behoort tot Normenkader ValueCare
Stuurmodel Medisch Specialisten
Samenvatting
Deze stuurindicator geeft het percentage patiënten weer dat een colonoscopie heeft ondergaan voor de aandoening colitis ulcerosa.
ValueCare deelt het aantal patiënten met colitis ulcerosa dat een colonoscopie heeft ondergaan door het totale aantal patiënten met colitis ulcerosa. Dit stuurpunt dient als aanvulling en verrijking van de bijbehorende signalerings-norm Volg het surveillancebeleid bij IBD-patiënten (N7300) met deze normen wordt er gekeken naar alle geplande zorg, zodat er actief op gepast gebruik gelet kan worden. Het geeft de specialist de ruimte om voorafgaande een beslissing kan maken over het wel of niet uitvoeren van deze zorg, en of deze zorg wel of niet zinnig is.
ValureCare geeft het percentage patiënten weer dat een colonoscopie heeft ondergaan voor de aandoening colitis ulcerosa weer per maand, per specialist, en per DBC.
Regelgeving / beleid
2022 |
---|
De arts moet tijdens een screening coloscopie of tijdens de eerste surveillance coloscopie zes tot acht jaar na de eerste tekenen van CU uitmaken hoe hoog het risico op darmkanker is. Het risico hangt af van de hoeveelheid ontstoken darm en hoe ernstig de ontsteking is. Het risico op darmkanker kan bepaald worden tijdens een screening coloscopie of tijdens de eerste surveillance coloscopie 6 tot 8 jaar na de start van de ziekte. Risicofactoren zijn (a) pancolitis, (b) endoscopische en/of histologische ontsteking, (c) pseudopoliepen en (d) familieanamnese voor CRC; indien een persoon meer dan drie van deze risicofactoren heeft, heeft hij/zij een verhoogd risico, met twee of minder factoren is het risico relatief laag. Wanneer de patiënt een verhoogd risico heeft en een uitgebreide of linkszijdige CU heeft, moeten deze iedere 1 tot 2 jaar vanaf 8 jaar na de diagnose een coloscopie laten doen. Wanneer deze een verlaagd risico hebben is een coloscopie elke 3-4 jaar voldoende. Als er microscopische teken zijn van darmkanker of endoscopische en/of histologische ontsteking in twee achtereenvolgende surveillance coloscopieën, moet het surveillance interval opgeschroefd worden (bijv. iedere 1-2 jaar in plaats van 3-4 jaar).
2022: CCUVN - ECCO-EFCCA Patiëntrichtlijnen met betrekking tot colitis ulcerosa (CU) |
2023 |
---|
De arts moet tijdens een screening coloscopie of tijdens de eerste surveillance coloscopie zes tot acht jaar na de eerste tekenen van CU uitmaken hoe hoog het risico op darmkanker is. Het risico hangt af van de hoeveelheid ontstoken darm en hoe ernstig de ontsteking is. Het risico op darmkanker kan bepaald worden tijdens een screening coloscopie of tijdens de eerste surveillance coloscopie 6 tot 8 jaar na de start van de ziekte. Risicofactoren zijn (a) pancolitis, (b) endoscopische en/of histologische ontsteking, (c) pseudopoliepen en (d) familieanamnese voor CRC; indien een persoon meer dan drie van deze risicofactoren heeft, heeft hij/zij een verhoogd risico, met twee of minder factoren is het risico relatief laag. Wanneer de patiënt een verhoogd risico heeft en een uitgebreide of linkszijdige CU heeft, moeten deze iedere 1 tot 2 jaar vanaf 8 jaar na de diagnose een coloscopie laten doen. Wanneer deze een verlaagd risico hebben is een coloscopie elke 3-4 jaar voldoende. Als er microscopische teken zijn van darmkanker of endoscopische en/of histologische ontsteking in twee achtereenvolgende surveillance coloscopieën, moet het surveillance interval opgeschroefd worden (bijv. iedere 1-2 jaar in plaats van 3-4 jaar).
2023: CCUVN - ECCO-EFCCA Patiëntrichtlijnen met betrekking tot colitis ulcerosa (CU) |
Interpretaties
De volgende interpretatiekeuzes zijn gemaakt:
- ValueCare telt de zorgtraject diagnoses: K51.0, K51.5 en K51.9 die sinds 8 jaar openstaan.
Sturing
Het effect van sturing hangt af van ziekenhuisspecifieke situaties. Deze stuurindicator geeft houvast bij het bepalen welke interventies potentieel effect hebben, en bij het meten van deze effecten achteraf. ValueCare denkt graag met u mee over het verbeteren van de sturing in uw ziekenhuis. Mochten er op basis van bovenstaande nieuwe ideeën of suggesties voor controles ontstaan, laat het dan aan ValueCare weten via uw ValueCare contact.
Programmeerbare norm
Er is sprake van “Percentage colonoscopie bij colitis ulcerosa (surveillancebeleid IBD)” als aan de volgende selectie is voldaan:
Logica: 1 en 2