Deze norm signaleert acties wanneer een overig zorgproduct (OZP) niet gekoppeld is aan een DBC. Dit duidt er op dat een OZP mogelijk niet gefactureerd kan worden.
Regelgeving / beleid
2021
Openen overig zorgtraject (met subtraject ZT41)
Een zorgtraject met subtraject ZT41 wordt door een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert geopend indien deze, op verzoek van de eerste lijn of een specialisme werkzaam binnen dezelfde instelling voor welke de dbc-systematiek niet geldt (kaakchirurgie), een overig zorgproduct uit de subcategorie medisch-specialistische behandeling en diagnostiek levert aan een patiënt.
Een zorgtraject met een subtraject met ZT 41 wordt niet los gedeclareerd als op dezelfde dag een zorg/ subtraject wordt geopend voor dezelfde zorgvraag. De zorgactiviteit maakt in dat geval deel uit van het zorg/subtraject met ZT11.
Een overig zorgproduct uit de categorieën eerstelijnsdiagnostiek en paramedische behandeling en
onderzoek, mag alleen in rekening worden gebracht als er sprake is van:
Een verzoek voor het uitvoeren van dit overige zorgproduct van de eerste lijn, waarbij dit overige zorgproduct niet op dezelfde dag leidt tot opening van een zorgtraject voor dezelfde zorgvraag; of
Een verzoek voor het uitvoeren van een overig zorgproduct uit de categorie eerstelijnsdiagnostiek van een Wlz-behandelaar. Waarbij de beoordeling van de diagnostiek in de tweede lijn plaatsvindt en waarbij dit overig zorgproduct niet op dezelfde dag leidt tot opening van een zorgtraject voor dezelfde zorgvraag; of
Een verzoek voor het uitvoeren van dit overige zorgproduct van een specialisme waarvoor de dbc-systematiek niet geldt; of
Paramedische zorg die geen onderdeel uitmaakt van een medisch specialistische behandeling; of
Paramedische zorg die wel onderdeel uitmaakt van een medisch specialistische behandeling, maar waarvoor geen dbc-zorgproduct gedeclareerd kan worden.
Declaratiebepalingen voor overige zorgproducten uit de categorie paramedische behandeling en onderzoek Indien er sprake is van poliklinische fysiotherapie mogen de betreffende zorgactiviteiten, ook wanneer deze niet op verzoek van de eerste lijn worden uitgevoerd, naast de dbc-zorgproducten gedeclareerd worden. Deze uitzondering geldt niet voor revalidatiegeneeskunde en geriatrische revalidatiezorg.
Een overig zorgproduct uit de categorie overige verrichtingen wordt los gedeclareerd en maakt geen onderdeel uit van het profiel van een dbc-zorgproduct.
Een zorgtraject met subtraject ZT41 wordt door een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert geopend indien deze, op verzoek van de eerste lijn of een specialisme werkzaam binnen dezelfde instelling voor welke de dbc-systematiek niet geldt (mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie), een overig zorgproduct uit de subcategorie medisch-specialistische behandeling en diagnostiek levert aan een patiënt.
Een zorgtraject met een subtraject met ZT 41 wordt niet los gedeclareerd als op dezelfde dag een zorg/ subtraject wordt geopend voor dezelfde zorgvraag. De zorgactiviteit maakt in dat geval deel uit van het zorg/subtraject met ZT11.
Een overig zorgproduct uit de categorieën eerstelijnsdiagnostiek en paramedische behandeling en onderzoek, mag alleen in rekening worden gebracht als er sprake is van:
Een verzoek voor het uitvoeren van dit overige zorgproduct van de eerste lijn, waarbij dit overige zorgproduct niet op dezelfde dag leidt tot opening van een zorgtraject voor dezelfde zorgvraag; of
Een verzoek voor het uitvoeren van een overig zorgproduct uit de categorie eerstelijnsdiagnostiek van een Wlz-behandelaar. Waarbij de beoordeling van de diagnostiek in de tweede lijn plaatsvindt en waarbij dit overig zorgproduct niet op dezelfde dag leidt tot opening van een zorgtraject voor dezelfde zorgvraag; of
Een verzoek voor het uitvoeren van dit overige zorgproduct van een specialisme waarvoor de dbc-systematiek niet geldt; of
Paramedische zorg die geen onderdeel uitmaakt van een medisch specialistische behandeling; of
Paramedische zorg die wel onderdeel uitmaakt van een medisch specialistische behandeling, maar waarvoor geen dbc-zorgproduct gedeclareerd kan worden.
Declaratiebepalingen voor overige zorgproducten uit de categorie paramedische behandeling en onderzoek Indien er sprake is van poliklinische fysiotherapie mogen de betreffende zorgactiviteiten, ook wanneer deze niet op verzoek van de eerste lijn worden uitgevoerd, naast de dbc-zorgproducten gedeclareerd worden. Deze uitzondering geldt niet voor revalidatiegeneeskunde en geriatrische revalidatiezorg
Een overig zorgproduct uit de categorie overige verrichtingen wordt los gedeclareerd en maakt geen onderdeel uit van het profiel van een dbc-zorgproduct.
Een zorgtraject met subtraject ZT41 wordt door een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert geopend indien deze, op verzoek van de eerste lijn of een specialisme werkzaam binnen dezelfde instelling voor welke de dbc-systematiek niet geldt (mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie), een overig zorgproduct uit de subcategorie medisch-specialistische behandeling en diagnostiek levert aan een patiënt.
Een zorgtraject met een subtraject met ZT41 wordt niet los gedeclareerd als op dezelfde dag een zorg/ subtraject wordt geopend voor dezelfde zorgvraag. De zorgactiviteit maakt in dat geval deel uit van het zorg/subtraject met ZT11.
Een overig zorgproduct uit de categorieën eerstelijnsdiagnostiek en paramedische behandeling en onderzoek, mag alleen in rekening worden gebracht als er sprake is van:
Een verzoek voor het uitvoeren van dit overige zorgproduct van de eerste lijn, waarbij dit overige zorgproduct niet op dezelfde dag leidt tot opening van een zorgtraject voor dezelfde zorgvraag; of
Een verzoek voor het uitvoeren van een overig zorgproduct uit de categorie eerstelijnsdiagnostiek van een Wlz-behandelaar. Waarbij de beoordeling van de diagnostiek in de tweede lijn plaatsvindt en waarbij dit overig zorgproduct niet op dezelfde dag leidt tot opening van een zorgtraject voor dezelfde zorgvraag; of
Een verzoek voor het uitvoeren van dit overige zorgproduct van een specialisme waarvoor de dbc-systematiek niet geldt; of
Paramedische zorg die geen onderdeel uitmaakt van een medisch specialistische behandeling; of
Paramedische zorg die wel onderdeel uitmaakt van een medisch specialistische behandeling, maar waarvoor geen dbc-zorgproduct gedeclareerd kan worden
Declaratiebepalingen voor overige zorgproducten uit de categorie paramedische behandeling en onderzoek Indien er sprake is van poliklinische fysiotherapie mogen de betreffende zorgactiviteiten, ook wanneer deze niet op verzoek van de eerste lijn worden uitgevoerd, naast de dbc-zorgproducten gedeclareerd worden. Deze uitzondering geldt niet voor revalidatiegeneeskunde en geriatrische revalidatiezorg.
Een overig zorgproduct uit de categorie overige verrichtingen wordt los gedeclareerd en maakt geen onderdeel uit van het profiel van een dbc-zorgproduct.
Een zorgtraject met subtraject ZT41 wordt door een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert geopend indien deze, op verzoek van de eerste lijn of een specialisme werkzaam binnen dezelfde instelling voor welke de dbc-systematiek niet geldt (mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie), een overig zorgproduct uit de subcategorie medisch-specialistische behandeling en diagnostiek levert aan een patiënt.
Een zorgtraject met een subtraject met ZT41 wordt niet los gedeclareerd als op dezelfde dag een zorg/ subtraject wordt geopend voor dezelfde zorgvraag. De zorgactiviteit maakt in dat geval deel uit van het zorg/subtraject met ZT11.
Een overig zorgproduct uit de categorieën eerstelijnsdiagnostiek en paramedische behandeling en onderzoek, mag alleen in rekening worden gebracht als er sprake is van:
Een verzoek voor het uitvoeren van dit overige zorgproduct van de eerste lijn, waarbij dit overige zorgproduct niet op dezelfde dag leidt tot opening van een zorgtraject voor dezelfde zorgvraag; of
Een verzoek voor het uitvoeren van een overig zorgproduct uit de categorie eerstelijnsdiagnostiek van een Wlz-behandelaar. Waarbij de beoordeling van de diagnostiek in de tweede lijn plaatsvindt en waarbij dit overig zorgproduct niet op dezelfde dag leidt tot opening van een zorgtraject voor dezelfde zorgvraag; of
Een verzoek voor het uitvoeren van dit overige zorgproduct van een specialisme waarvoor de dbc-systematiek niet geldt; of
Paramedische zorg die geen onderdeel uitmaakt van een medisch specialistische behandeling; of
Paramedische zorg die wel onderdeel uitmaakt van een medisch specialistische behandeling, maar waarvoor geen dbc-zorgproduct gedeclareerd kan worden
Declaratiebepalingen voor overige zorgproducten uit de categorie paramedische behandeling en onderzoek Indien er sprake is van poliklinische fysiotherapie mogen de betreffende zorgactiviteiten, ook wanneer deze niet op verzoek van de eerste lijn worden uitgevoerd, naast de dbc-zorgproducten gedeclareerd worden. Deze uitzondering geldt niet voor revalidatiegeneeskunde en geriatrische revalidatiezorg.
Een overig zorgproduct uit de categorie overige verrichtingen wordt los gedeclareerd en maakt geen onderdeel uit van het profiel van een dbc-zorgproduct.
Let op: alleen van toepassing bij ziekenhuizen die gebruik maken van Epic of SAP. De norm beperkt zich tot EPD's waar een OZP gekoppeld moet zijn aan een (dummy)DBC voor facturatie.
Standaard zijn add-on dure geneesmiddelen en ozp-stollingsfactoren uitgesloten van signalering. Binnen de module Rechtmatigheid is de norm 'Geneesmiddel niet gekoppeld (N0106)' beschikbaar die dit risico afdekt.
Optionele parameter: Middels een ziekenhuisspecifieke parameter is het mogelijk om specifieke uitvoerende specialismen uit te sluiten. Standaard worden geen specialismen uitgesloten. (N4410_UITSL_SPEC_UITV)
Optionele parameter: Middels een ziekenhuisspecifieke parameter is het mogelijk om specifieke specialisttypes als aanvrager uit te sluiten. Standaard worden geen aanvragend specialisttypes uitgesloten. (N4410_UITSL_SPEC_TYPE_AANV)
Optionele parameter: Middels een ziekenhuisspecifieke parameter is het mogelijk om zorgactiviteiten uit te sluiten van signalering. Default worden geen zorgactiviteiten uitgesloten. (N4410_UITSL_CTG)
Optionele parameter: Middels een ziekenhuisspecifieke parameter is het mogelijk om een interval in te stellen die bepaalt hoeveel dagen er rond de uitvoerdatum van de zorgactiviteit wordt gezocht naar een mogelijk te koppelen subtraject. Deze wordt gebruikt wanneer er geen openstaand subtraject met hetzelfde uitvoerend of aanvragend specialisme op de verrichtingsdatum zelf wordt gevonden. (N4410_DELTA_DBC)
Optionele parameter: Middels een ziekenhuisspecifieke parameter is het mogelijk om de derde oplossingsrichting, die op de verrichtingsdatum zoekt naar een subtraject van een ander specialisme, uit te zetten. (N4410_DBC_ANDER_SPEC_MEENEMEN)
Programmeerbare norm
Er is sprake van “Niet gekoppelde OZP (N4410)” als aan de volgende selectie is voldaan:
1) Alle OZP met uitzondering van add-on dure geneesmiddelen, ozp-stollingsfactoren en IC-behandeldagen (ZPK19)
2) OZP heeft geen status niet-declarabel
3) OZP is niet gekoppeld aan een DBC
Logica: 1 en 2 en 3
Te nemen actie
Koppel OZP aan een DBC.
Berekening financiële impact
De waarde van de desbetreffende OZP wordt berekend en als financiële impact getoond.