Client nadert 365 dagen verblijf in DBC (N2210)
Referentienummer: N2210
Behoort tot Normenkader ValueCare
GGZ Rechtmatigheid - Specialistische Geestelijke Gezondheidszorg
- SGGZ 2021 - Verblijf
- SGGZ 2020 - Verblijf
- SGGZ 2019 - Verblijf
- SGGZ 2018 - Verblijf
- SGGZ 2017 - Verblijf
GGZ Rechtmatigheid - Forensische zorg
Samenvatting
Signaleert wanneer een patiënt de grens 365 dagen verblijf binnen de DBC systematiek.
Wet- en regelgeving
2017 |
---|
De registratie van de prestaties en toeslagen start wanneer de patiënt langer dan 365 aaneengesloten dagen behandeling inclusief verblijf heeft ontvangen. Voor patiënten met behandeling en verblijf wordt vanaf dag 366 een ZZP GGZ geregistreerd in plaats van een DBC.
Bij de telling van aaneengesloten verblijf wordt een onderbreking van ten hoogste 30 dagen niet als onderbreking beschouwd, maar deze dagen tellen niet mee voor de berekening van de 365 dagen. In afwijking van het voorgaande geldt dat onderbrekingen wegens weekend- en vakantieverlof wel mee tellen voor de berekening van de 365 dagen. (Bron: NR/REG-1734, p. 24) |
2018 |
---|
De registratie van de prestaties en toeslagen start wanneer de patiënt langer dan 365 aaneengesloten dagen behandeling inclusief verblijf heeft ontvangen. Voor patiënten met behandeling en verblijf wordt vanaf dag 366 een ZZP GGZ geregistreerd in plaats van een DBC.
Bij de telling van aaneengesloten verblijf wordt een onderbreking van ten hoogste 30 dagen niet als onderbreking beschouwd, maar deze dagen tellen niet mee voor de berekening van de 365 dagen. In afwijking van het voorgaande geldt dat onderbrekingen wegens weekend- en vakantieverlof wel mee tellen voor de berekening van de 365 dagen. (Bron: NR/REG-1803a, p. 14,36) |
2019 |
---|
De registratie van de prestaties en toeslagen start wanneer de patiënt langer dan 365 aaneengesloten dagen behandeling inclusief verblijf heeft ontvangen. Voor patiënten met behandeling en verblijf wordt vanaf dag 366 een ZZP GGZ geregistreerd in plaats van een DBC.
Bij de telling van aaneengesloten verblijf wordt een onderbreking van ten hoogste 30 dagen niet als onderbreking beschouwd, maar deze dagen tellen niet mee voor de berekening van de 365 dagen. In afwijking van het voorgaande geldt dat onderbrekingen wegens weekend- en vakantieverlof wel mee tellen voor de berekening van de 365 dagen. (Bron: NR/REG-1927, p. 14) |
2020 |
---|
De registratie van de prestaties en toeslagen start wanneer de patiënt langer dan 365 aaneengesloten dagen behandeling inclusief verblijf heeft ontvangen. Voor patiënten met behandeling en verblijf wordt vanaf dag 366 een ZZP GGZ geregistreerd in plaats van een DBC.
Bij de telling van aaneengesloten verblijf wordt een onderbreking van ten hoogste 30 dagen niet als onderbreking beschouwd, maar deze dagen tellen niet mee voor de berekening van de 365 dagen. In afwijking van het voorgaande geldt dat onderbrekingen wegens weekend- en vakantieverlof wel mee tellen voor de berekening van de 365 dagen. (Bron: NR/REG-2021b, p. 13) |
2021 |
---|
De registratie van de prestaties en toeslagen start wanneer de patiënt langer dan 365 aaneengesloten dagen behandeling inclusief verblijf heeft ontvangen. Voor patiënten met behandeling en verblijf wordt vanaf dag 366 een ZZP GGZ geregistreerd in plaats van een DBC.
Bij de telling van aaneengesloten verblijf wordt een onderbreking van ten hoogste 30 dagen niet als onderbreking beschouwd, maar deze dagen tellen niet mee voor de berekening van de 365 dagen. In afwijking van het voorgaande geldt dat onderbrekingen wegens weekend- en vakantieverlof wel mee tellen voor de berekening van de 365 dagen. (Bron: NR/REG-2113a, p. 13) |
Interpretaties
De volgende interpretatiekeuzes zijn gemaakt:
- Voor de bepaling van verblijf wordt gekeken naar verschillende zorgtrajecten en DBC's.
- Voor de bepaling van verblijf wordt gekeken naar voorverpleegdagen.
- Een onderbreking van ten hoogste dertig dagen wordt niet als onderbreking beschouwd, maar deze dagen tellen niet mee voor de berekening van de 365 dagen.
- Weekend- en vakantieverlof tellen wel mee voor de berekening van de 365 dagen.
- Na een onderbreking van 30 of meer dagen begint de bepaling van 365 dagen verblijf opnieuw.
Controle vorm
Data-analyse.
Programmeerbare norm
Er is sprake van “Client nadert 365 dagen verblijf in DBC (N2210)” als aan de volgende selectie is voldaan:
1) Client is opgenomen |
---|
![]() |
2) Client heeft géén LGGZ indicatie |
![]() |
3) Al het verblijf geregistreerd op een DBC vanaf 2015 |
![]() |
4) Verblijf is meer dan 365 dagen minus een door de instelling bepaalde marge |
Logica: 1 en 2 en 3 en 4
Berekening financiële impact
Van financiële impact is enkel sprake indien de termijn van 365 dagen wordt overschreden.