Verwijsregistratie gGGZ, aanwezigheid, tijdigheid en geldigheidsduur (N6330)
Referentienummer: N6330
Referentienummer Controleplan Onderzoek Controle GGZ 2020-2021: A - 1.1
Behoort tot Normenkader ValueCare
Functioneel ontwerp
Functioneel ontwerp Zelfonderzoek 2020-2021 |
---|
Aandachtspunt
De deelwaarneming mag i.t.t. de in het controleplan beschreven methodiek beperkt worden tot maximaal 100 DBC’s als u voldoet aan onderstaande voorwaarden:
Relevante wet- en regelgeving
In de Gespecialiseerde GGZ (G-GGZ) is een aantoonbare verwijzing nodig: • Bij de start van diagnostiek en behandeling • Bij een terugval van dezelfde zorgvraag na 365 dagen Voor parallelle DBC’s (G-GGZ) is geen nieuwe verwijzing nodig. De verwijzing voor de eerst geopende DBC geldt als rechtmatige verwijzing.
a. Er moet aantoonbaar een digitale/schriftelijke verwijzing aanwezig zijn voor de start van de diagnostiek/behandeling: Verwijzing i. Verwijsbrief óf ii. In het dossier is gedateerd vastgelegd dat een verwijzer contact met de zorgaanbieder heeft gehad en daarbij heeft verwezen naar gespecialiseerde GGZ. Dagtekening verwijzing moet liggen op of voor de startdatum van de prestatie. Als de verwijzing niet aanwezig en tijdig is, dan is de gehele DBC onrechtmatig.
i. Acute GGZ/crisis-DBC: Bij het openen van een DBC volstaat de melding binnen 30 dagen. ii. Spoedzorg: De zorginhoudelijke reden moet zodanig van aard zijn dat uitstel van zorgverlening, gelet op de specifieke context van het geval en de algemeen geldende kwaliteitsnormen uit de Wet BIG en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, niet mogelijk is. Er moet sprake zijn van een spoedeisende noodzaak tot behandelen. iii. Zorg (gedwongen opname/behandeling) geleverd op basis van de Wet Verplichte GGZ (waaronder toeleidingstraject via de aanvraag voor voorbereiding Zorgmachtiging door de Officier van Justitie zoals geregeld in de Wet Verplichte GGZ). iv. Een terugval bij dezelfde zorgvraag binnen een jaar na afsluiten van de voorgaande DBC (geldt alleen binnen de G-GGZ). Na 365 dagen is een nieuwe verwijzing noodzakelijk. Als er geen sprake is van één van bovenstaande situaties, en er is geen tijdige/geldige verwijzing, is er geen recht op toegang tot de GGZ, behalve als sprake is van een doorverwijzing en voldaan wordt aan één van de situaties zoals in de volgende paragraaf beschreven.
Een doorverwijzing is een aansluitend vervolg op een eerder gestart GGZ-traject. Indien sprake is van een doorverwijzing, dan geldt overeenkomstig de “Landelijke samenwerkingsafspraken tussen huisarts, generalistische basis GGZ en gespecialiseerde GGZ (LGA)”2, dat de huisarts, bij cliënten die langer dan een half jaar in zorg zijn bij de GGZ (mits de cliënt hiervoor toestemming geeft), minimaal elk jaar een voortgangsverslag ontvangt. De melding aan de huisarts moet dus binnen één jaar (365 dagen) worden gedaan. Er is dan geen nieuwe verwijzing van de huisarts noodzakelijk.
i. Cliënt komt uit justitieel traject (DBBC) ii. Cliënt is in behandeling bij de aanbieder en zet behandeling direct voort na het beëindigen van de Wlz-indicatie. De Wlz-indicatie wordt gezien als verwijzing. iii. Cliënt komt uit de Jeugdwet iv. Vervolg in een initiële DBC na start behandeling binnen crisis-DBC v. GB-GGZ naar G-GGZ (of vice-versa) vi. Tussen GGZ-aanbieders doorverwijzen (onafhankelijk of dit G-GGZ of GB-GGZ betreft) De van toepassing zijnde situatie moet blijken uit het dossier van de cliënt.
De geldigheid van een verwijzing is 9 maanden (275 dagen). Daarbij geldt de datum van aanmelding bij de GGZ-aanbieder. Dit i.v.m. de wachttijdproblematiek. Bij het uiteindelijk openen van de DBC in de GGGZ kan de aanmelddatum (het moment dat iemand op de wachtlijst is geplaatst) in het dossier worden genoteerd onder het mom van de wachtlijst. Als deze termijn van 9 maanden (275 dagen) tot aan aanmelding is verstreken, dan is de verwijzing ongeldig.
Definities relevante terminologie Financiële afwikkeling
Interpretaties DBC wordt geclassificeerd als zijnde geen initiële DBC gestart volgend op een zorgtraject met een andere primaire diagnose binnen dezelfde inschrijving, indien:
|
Programmeerbare norm
Er is sprake van “Verwijsregistratie gGGZ, aanwezigheid, tijdigheid en geldigheidsduur (N6330)” als aan de volgende selectie is voldaan:
1) DBC's gestart in betreffende jaar | ||
---|---|---|
2) DBC's met zorgtype 1xx | ||
3) DBC's met zorgtype ongelijk aan: 152, 153 en 154 (uitzondering parallelliteit) 155 en 156 (WvGGZ) | ||
4) DBC is geen initiële DBC gestart volgend op een zorgtraject met een andere primaire diagnose binnen dezelfde inschrijving (Hierbij worden DBC’s gestart vóór 2020 (controlemassa 2020) en vóór 2021 (controlemassa 2021) ook meegenomen) | ||
5) Uit het dossier blijkt dat er geen verwijsbrief aanwezig is of geen gedateerd contact is vastgelegd tussen verwijzer en instelling waarbij er gericht is verwezen |
6) Uit het dossier blijkt dat de datum van de verwijzing na de startdatum DBC ligt |
7) Uit het dossier blijkt dat de datum van de verwijzing meer dan negen maanden voor de startdatum DBC ligt |
Controlemassa bepaald door data-analyse | |
Beoordeling op basis van het dossier |
Logica: 1 en 2 en 3 en 4 en (5 of 6 of 7)
Berekening financiële impact
- De financiële impact is de geëxtrapoleerde waarde van de als onrechtmatig beoordeelde DBC’s.
- Financiële consequenties worden gecorrigeerd op macroniveau.