Label Multispecialistische zorg

Uit normenkaderzorg.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Behoort tot Normenkader ValueCare

Robijn

  1. Robijn - Multispecialistische zorg
Samenvatting

Dit label betreft patiënten die multispecialistische zorg hebben ontvangen.

Regelgeving / beleid
2021
Dit label identificeert patiënten die binnen een instelling zorg ontvangen van diverse poortspecialismen. Hierbij wordt gekeken naar het specialisme waar het subtraject op geregistreerd is, en het uitvoerend specialisme van een zorgactiviteit bij een patiënt binnen een bepaalde diagnosegroep. Patiënten worden gemarkeerd als ze zorg hebben ontvangen van drie of meer poortspecialismen.

Hier wordt een uitzondering op gemaakt: Indien het subtraject is geregistreerd op een niet poortspecialisme, en het uitvoerende specialisme is gelijk aan het specialisme waar het subtraject op geregistreerd is, wordt deze ook meegenomen als van specialisme voor de bepaling van het label.

Voor de diagnosegroepen wordt gebruik gemaakt van de diagnosegroepentabel. De diagnosegroep omschrijvingen ‘X’, ‘Traject’, ‘Intercollegiaal consult’, ‘Screening’ en ‘Geen DRG’ worden uitgesloten.

Vervolgens wordt het aantal unieke patiënten per instelling geteld die volgens bovenstaande operationalisatie multispecialistische zorg krijgen.

2021: BR/REG-21147 - Beleidsregel Beschikbaarheidsbijdrage academische zorg - Bijlage 1, Label 4: Multispecialistische zorg

Poortspecialist
De medisch specialist van het poortspecialisme waarnaar een patiënt wordt verwezen voor medisch-specialistische zorg. Als poortspecialismen worden de volgende specialismen onderscheiden: oogheelkunde (0301), KNO (0302), heelkunde/chirurgie (0303), plastische chirurgie (0304), orthopedie (0305), urologie (0306), gynaecologie (0307), neurochirurgie (0308), dermatologie (0310), inwendige geneeskunde (0313), kindergeneeskunde/neonatologie (0316), gastro-enterologie/mdl (0318), cardiologie (0320), longgeneeskunde (0322), reumatologie (0324), allergologie (0326), revalidatie (0327), cardio-pulmonale chirurgie (0328), consultatieve psychiatrie (0329), neurologie (0330), klinische geriatrie (0335), radiotherapie (0361) en sportgeneeskunde.

2021: NR/REG-2103a art. 1 lid ee

Ondersteunend specialist
Een specialist die niet als poortspecialist fungeert en die medisch-specialistische zorghandelingen uitvoert in het kader van een zorgtraject van een poortspecialist. Een ondersteunend specialist heeft dus geen eigen zorgtraject.
Als ondersteunende specialismen worden de volgende specialismen onderscheiden: radiologie (0362), nucleaire geneeskunde (0363), klinische chemie (0386), medische microbiologie (0387), pathologie (0388), anesthesiologie (0389) en klinische genetica (0390).
In bepaalde gevallen kan een ondersteunend specialist wel de poortfunctie uitvoeren en is er sprake van een eigen zorgtraject. Dit geldt voor: een interventie-radioloog (0362), een anesthesist als pijnbestrijder (0389) en een klinisch geneticus (0390).

2021: NR/REG-2103a art. 1 lid aa

2022
Dit label identificeert patiënten die binnen een instelling zorg ontvangen van diverse poortspecialismen. Hierbij wordt gekeken naar het specialisme waar het subtraject op geregistreerd is, en het uitvoerend specialisme van een zorgactiviteit bij een patiënt binnen een bepaalde diagnosegroep. Patiënten worden gemarkeerd als ze zorg hebben ontvangen van drie of meer poortspecialismen.

Hier wordt een uitzondering op gemaakt: Indien het subtraject is geregistreerd op een niet poortspecialisme, en het uitvoerende specialisme is gelijk aan het specialisme waar het subtraject op geregistreerd is, wordt deze ook meegenomen als van specialisme voor de bepaling van het label.

Voor de diagnosegroepen wordt gebruik gemaakt van de diagnosegroepentabel. De diagnosegroep omschrijvingen 'X', 'Traject', 'Intercollegiaal consult', 'Screening' en 'Geen DRG' worden uitgesloten.

Vervolgens wordt het aantal unieke patiënten per instelling geteld die volgens bovenstaande operationalisatie multispecialistische zorg krijgen.

2022: BR/REG-22150 - Beleidsregel Beschikbaarheidsbijdrage academische zorg - Bijlage 1, Label 3: multispecialistische zorg

Poortspecialist
De medisch specialist van het poortspecialisme waarnaar een patiënt wordt verwezen voor medisch-specialistische zorg. Als poortspecialismen worden de volgende specialismen onderscheiden: oogheelkunde (0301), KNO (0302), heelkunde/chirurgie (0303), plastische chirurgie (0304), orthopedie (0305), urologie (0306), gynaecologie (0307), neurochirurgie (0308), dermatologie (0310), inwendige geneeskunde (0313), kindergeneeskunde/neonatologie (0316), gastro-enterologie/mdl (0318), cardiologie (0320), longgeneeskunde (0322), reumatologie (0324), allergologie (0326), revalidatie (0327), cardio-pulmonale chirurgie (0328), consultatieve psychiatrie (0329), neurologie (0330), klinische geriatrie (0335), radiotherapie (0361) en sportgeneeskunde (8416).

2022: NR/REG-2207a art. 1 lid ee

Ondersteunend specialist
Een specialist die niet als poortspecialist fungeert en die medisch-specialistische zorghandelingen uitvoert in het kader van een zorgtraject van een poortspecialist. Een ondersteunend specialist heeft dus geen eigen zorgtraject.
Als ondersteunende specialismen worden de volgende specialismen onderscheiden: radiologie (0362), nucleaire geneeskunde (0363), klinische chemie (0386), medische microbiologie (0387), pathologie (0388), anesthesiologie (0389) en klinische genetica (0390).
In bepaalde gevallen kan een ondersteunend specialist wel de poortfunctie uitvoeren en is er sprake van een eigen zorgtraject. Dit geldt voor: een interventie-radioloog (0362), een anesthesist als pijnbestrijder (0389) en een klinisch geneticus (0390).

2022: NR/REG-2207a art. 1 lid aa

Interpretaties

De volgende interpretatiekeuzes zijn gemaakt:

  1. Alleen declarabele subtrajecten worden meegenomen in de labelbepaling. Geparkeerde subtrajecten worden bij de labeling ook gemarkeerd als zijnde niet-declarabel.
  2. Openstaande ZT21 DBCs zonder declarabele verrichtingen met een landelijke code worden niet meegenomen.
  3. Alleen declarabele verrichtingen met landelijke codes worden meegenomen.
  4. De NZA neemt de gegevens van patiënten zonder geldig BSN niet mee binnen de labeling. Daarom sluiten wij patiënten waarvoor geen BSN bekend is ook uit binnen onze label-bepaling. Middels een ziekenhuisspecifieke parameter kan ervoor gekozen worden geen controle uit te voeren op het aanwezigheid van een BSN, bijvoorbeeld als ervoor gekozen is geen BSN aan te leveren.
  5. Voor subtrajecten met diagnoses waarvoor nog geen diagnosegroep beschikbaar is in de 'Diagnosegroepentabel' of waarvan de diagnosecode niet gevuld is wordt de diagnosegroep bepaald aan de hand van de ICD10-diagnose.
  6. Om eerder te kunnen voorspellen wordt er binnen deze labelbepaling uitgegaan van de registratie in plaats van declaratie.
  7. Met schadelastjaar wordt het jaar van openingsdatum van het subtraject bedoeld.
  8. De 'Diagnosegroepentabel 2020' (NR/REG-2033) wordt ook toegepast op de data van vóór 2020. Hier is voor gekozen omdat er geen voorgaande versie van deze bron is en er geen andere bron is die beter toepasbaar is op de data.
  9. De 'Diagnosegroepentabel 2020' (NR/REG-2033) wordt ook toegepast op de data van na 2020 totdat er een nieuwe versie beschikbaar is.
  10. Alleen DBC's waarvan de diagnosegroep bepaald kunnen worden worden meegenomen binnen de labelbepaling. Deze koppeling vindt plaats o.b.v. het AGB specialisme en de diagnose van de DBC. Dit betekent dat DBC's zonder diagnose niet meegenomen worden in de bepaling.
Programmeerbare norm

Er is sprake van “Label Multispecialistische zorg” als aan de volgende selectie is voldaan:

1) Alle DBC's waarbij de diagnose hoofdgroepomschrijving op basis van de diagnosegroepentabel anders is dan 'X', 'Trajecten', 'Intercollegiaal consult', 'ICC' en 'Geen DRG'

2) Alle patiënten waarvoor binnen een schadelastjaar door drie of meer verschillende uitvoerende specialismen zorgactiviteiten zijn geregistreerd per diagnosegroep

3) Als geldige uitvoerende specialismen worden alle poortspecialismen meegenomen EN niet-poortspecialismen waar binnen een eigen DBC een zorgactiviteit is geregistreerd

Logica: 1 en 2 en 3